Praktische omstandigheden hebben invloed op de gebruiksklasse. Deze gebruiksklasse geeft aan in welke omstandigheden het materiaal toegepast kan worden. Er zijn drie verschillende gebruiksklassen:
Gebruiksklasse 1
Binnentoepassingen bij een temperatuur van maximaal 20 ˚C en een maximaal relatieve luchtvochtigheid van 65%.
Gebruiksklasse 2
Beschut buiten, bij een temperatuur van 20 ˚C en een maximale relatieve luchtvochtigheid van 90%.
Gebruiksklasse 3
Buitenomstandigheden, waarbij de platen regelmatig worden blootgesteld aan weersomstandigheden, water of waterdamp in een geventileerde omgeving, en waarbij het evenwichtsvochtgehalte regelmatig hoger is dan 20%.